Ingrediënten (2 personen)
- 2 pladijzen
- 1 eiwit
- panko (Japans paneermeel) of gewoon paneermeel
- bloem
- veldsla
- 1 avocado
- zongedroogde tomaatjes
- kerstomaatjes
- currytapenade (meng wat Philadelphia met currypoeder, een beetje mosterd en wat honing)
- arachideolie
Voor de kruidentartaar:
- 1 eidooier
- 1 el mosterd
- 1 scheutje azijn
- arachideolie
- 2 lente-uitjes
- verse gehakte groene kruiden: bieslook, peterselie,…
- eventueel: kappertjes en fijn gesneden zoute ansjovisjes
- peper en zout
Bereiding:
- Maak de pladijzen schoon en fileer ze. Snijd de filets in reepjes van ongeveer 1,5 cm dik. Haal de filets door de bloem, het eiwit en dan door de panko. Panko is Japans paneermeel dat gemaakt wordt van brood dat maar half gebakken is. Hierdoor wordt het broodkruimkorstje dus minder snel bruin en extra krokant.
- Zet een hoge pot op het vuur en vul deze tot de helft met de arachideolie. Wees voorzichtig!
- Maak de tartaar, begin met de mayonaisebasis. Doe een eidooier in een kommetje, voeg de mosterd toe en een scheutje azijn. Roer los met een garde. Voeg er beetje bij beetje de olie bij en klop met een garde tot je een mayonaise krijgt. Hak de lente-uitjes fijn en meng ze samen met de groene kruiden onder de mayonaise. Kruid met peper en zout.
- Bak de pladijsreepjes in de olie tot ze goudbruin zijn. Haal ze eruit met een schuimspaan en laat ze uitlekken op keukenpapier.
- Schik de veldsla op de borden met de tomaatjes en stukjes avocado. Schik er enkele lepeltjes tapenade op, kruid met peper en zout en druppel er wat (olijf)olie en wat azijn over. Schik de pladijsreepjes op de salade en serveer met de frisse tartaar.