We beginnen onze reis in Schiphol. Van daaruit vliegen we naar Kuala Lumpur, hoofdstad van Maleisië. We overnachten in het D boutique hotel, niet ver van de luchthaven. De luchthaven bevindt zich niet meteen in de stad en in de buurt van het hotel valt weinig te beleven. Maar we blijven hier maar een nachtje, morgen vliegen we naar Yogyakarta.
Yogya
Aangekomen in Yogyakarta (ook bekend als Yogya) is het toch weer even wennen aan de Aziastische manier van leven. Dat begint al bij het vervoer naar het hotel. Onze taxi rijdt in een sneltempo van de luchthaven naar het hotel (Ibis Styles Yogyakarta). Samen met honderden brommertjes rijden we de stad binnen. Hier en daar staan nog koloniale huizen van toen de Nederlanders het hier voor het zeggen hadden. Handig is dat ze gewoon ons alfabet gebruiken hier. Daar waar het in Thailand haast onmogelijk wordt om een kaartje te gebruiken, blijkt dat hier niet echt een probleem te zijn. We herkennen ook wat Nederlandse woorden. Zo blijkt ‘meubel’ blijkt ook nog steeds ‘meubel’ te zijn.
Het hotel oogt fris, als een oase in de drukke broeierig hete stad. Lekker eten naar Westerse normen vind je in het Viavia café (ja hier is er ook ééntje!) dat midden in de backpackers buurt ligt. Er is zelfs een kleine bakkerij, een souvenirshop en je kan hier uitstappen boeken.
Prambanan en Borobudur
Yogyakarta zelf vonden we niet zo’n geweldige stad maar van hieruit kan je wel prachtige uitstappen maken. We bezochten toeristische klassiekers als Prambanan en Borobudur. Een bezoek bij zonsopgang is een echte aanrader. Het is dan nog rustig en je bent de bussen schoolkinderen voor. Mocht je toch een busje tegenkomen dan willen de kinderen graag met je op de foto, dat vinden ze cool.
Ongelooflijk vriendelijk en beleefd zijn ze, wij Belgen kunnen er nog wat van leren. Iedereen begroet ons met een stralende glimlach en helpt ons verder op weg.
Treintje komt zo
Na Yogyakarta besluiten we om verder te reizen naar Oost-Java en nemen we de trein naar Surabaya. Tickets online boeken lukt niet zonder Indonesische creditkaart dus vragen we aan een touragent om die voor ons te boeken. Dat bleek geen evidentie aangezien die weinig Engels sprak en zelf nooit de trein nam. Lang leve ‘Google Translate’! Na maar liefst 1,5 uur hebben we eindelijk onze ticketjes op zak.
Het treinstation in Yogya is vrij modern maar er is jammer genoeg geen airco. Als ik ooit nog eens klaag dat het te warm is in België zal ik aan dat moment terugdenken. De motoren van de treinen in de overdekte hal zorgen voor een extreme hitte en rook. Ook de Indonesiërs vinden deze temperaturen abnormaal maar zij blijken over een soort innerlijke rust te beschikken waardoor ze zich nooit druk maken in iets en altijd de vriendelijkheid zelve blijven.
Er zijn verschillende treinmaatschappijen in Indonesië die rijden eigenlijk bijna enkel op Java van west naar oost en omgekeerd. Op Bali is er geen treinverkeer. Er bestaan drie klassen: exonomy, business en excecutive. Op aanraden nemen we de executive trein van Argo willis die in 4,5 uur naar Surabaya rijdt. De verbinding is goed en de treinen zijn vrij modern.
Mount Bromo
In Surabaya wacht ons een groot avontuur. Wanneer we uitstappen is het al donker en staat een hele massa te dringen om ons iets te verkopen of ons naar een hotel te brengen. Onze vooraf gereserveerde driver staat mooi op ons te wachten. Hij brengt ons naar ons hotel (Novotel Surabaya) waar we een hapje eten. Om half 12 ’s nachts komt hij ons stipt op tijd ophalen voor onze tocht naar de Bromo vulkaan.
Het is stikdonker buiten. De nacht ligt als een gitzwart deken over de stad. We rijden naar boven langs Probollingo en Cemoro Lawang. In een bergdorpje onderweg ruilen we onze van in voor een heuse jeep. Nu begint het echte werk. Een jongen van een jaar of 20 brengt ons naar boven via de steile weggetjes, in de nacht de bergen in. Enkel de koplampen van de jeep verlichten de weg. Onderweg horen we hoe de nachtdieren ons begroeten.
Zoals overal in Indonesië zijn de wegen hier net te smal voor twee auto’s en wordt het heel krap als je een tegenligger tegenkomt. Dit is niet voor doetjes.
We arriveren als eerste bovenaan het uitkijkpunt. Hier wacht de mooiste sterrenhemel die ik ooit heb gezien. Het is fantastisch!
Om 4 uur ’s nachts arriveren de eerste Aziatische toeristen met hun flitsende camera’s en zaklampjes. Samen wachten we in spanning af op de zonsopgang…en dan een zicht, bijna buitenaards dat ons gebrek aan uurtjes slaap opslag deed vergeten:
Nadien rijden we naar ‘the sea of sands’, een waar maanlandschap aan de vulkaankrater. Hier klimmen we naar boven. De giftige gassen zijn bedwelmend.
Onze tocht zit bijna op, onderweg stoppen we nog in een dorpje dat doet denken aan de heuvels van Italië. Uitgeput ploffen we om 11 uur ’s morgens in ons bed. Slechts voor enkele uurtjes want ’s avonds hebben we onze vlucht naar Bali.