Venetië, daar wou ik al een tijdje naartoe. Er hangt iets magisch rond die bestemming zeg maar, alsof het gewoon niet kan dat je daar nog nooit geweest bent, zeker nu de stad stilaan wegzinkt. Sommigen vinden het prachtig terwijl anderen het te druk en te toeristisch vinden. Ik besloot alle vooroordelen opzij te schuiven en op zoek te gaan naar het authentieke Venetië. Naar de wirwar van straatjes en bruggetjes tussen de lagune en de kanalen waar de was kleurrijk te drogen hangt en de Venetianen zich te goed doen aan een bord cicchetti.
Toegegeven bij aankomst heeft Venetië iets enorm overweldigends. Het is zo anders dan alle andere steden en streken die ik reeds bezocht heb in Italië. De enorme drukte wanneer je van de trein stapt, de vele bootjes, watertaxi’s, gondels en het aanzicht van een van de meest bezochte toeristische plekken ter wereld. Deze stad op het water, bekend van de maskers met carnaval en de verschillende filmscènes in een romantische gondel. Een collega had me de tip gegeven om op voorhand een vaporetto-ticket online te kopen. Auto’s of motorvoertuigen zijn hier immer niet toegelaten. Voor 30 euro per persoon kan je twee dagen onbeperkt met de vaporetti varen. Vaporetti zijn bootjes die je in Venetië van de ene naar de andere plaats brengen. Het systeem werkt eigenlijk net zoals een metronetwerk, je hebt verschillende lijnen die je naar verschillende delen brengen. Op het bootje nemen we uiteraard de verplichte toeristische foto’s om dan later tot onze grote verbazing van de eerste keer juist verder te wandelen naar ons hotel. Hotel Rio bevindt zich net tussen het toeristische gebied aan San Marco en het rustigere en authentiekere Castello. Over het hotel enkel lof, proper, verzorgd en de ligging zorgt ervoor dat je in een mum van tijd bij San Marco bent maar ook snel in het meer authentieke Venetië staat.
We voelen ons als het ware verplicht om eerst langs San Marco te passeren. Je gelooft het misschien niet maar we zijn er de eerste keer los voorbij gelopen. De massa aan toeristen was zo enorm dat we daar eigenlijk gewoon snel weg wilden. San Marco is mooi ja dat wel maar ik moet zeggen dat ik al zoveel Italiaanse pracht gezien heb dat ik niet zo onder de indruk was. De prachtige Duomo van Firenze blijft voor mij één van de mooiste kerken ter wereld. Maar San Marco heeft duidelijk genoeg andere fans.
We zakken met de Vaporetto af naar Rialto, een vismarkt aan de andere kant van de stad. Op de boot ontmoeten we een vriendelijke Engelsman die enthousiast vraagt of het onze eerste keer is (is it that obvious?). Hij vertelt ons maar al te graag dat het zijn vijfde keer is in de stad en dat hij deze keer gids speelt voor zijn broer. Hij geeft ons de tip om echt naar het hart van Venetië te trekken, achter de Canal Grande en de drukte in de wirwar van kleine straatjes. Ook vertelt hij dat het fijn is om ’s nachts met de vaporetto te varen. Het is dan stikdonker en enkel de kleine dansende lichtjes van de gondels en de lagunerestaurants verlichten Venetië…
Iedereen raadt aan om vis te eten in Venetië, omdat het water van de lagune er nu eenmaal vol mee zit en ook de zee niet veraf is. We lunchen in een fijn restaurantje aan de Rialto markt waar ik me te goed doe aan een spaghetti alla scoglio (met zeevruchten). We besluiten om de drukte te laten voor wat het is en trekken dieper de kleine straatjes in, tot we als het ware verloren lopen, maar dat hoort er toch een beetje bij. De stilte is zalig, de bruggetjes verlaten en het ware Venetië toont haar gelaat. We wandelen langs kleine boetiekjes en gezellige restaurants.
Hoe fantastisch het ook allemaal begon, zijn we er desondanks toch in geslaagd om ’s avonds ongewild in een cliché te belanden. We vonden ons een restaurant aan het water met een mooi aanbod aan visgerechten. Wanneer we echter plaatsnamen bleek men hier naast de traditionele coperto (voor de bediening betaal je in Italië steeds een apart bedrag tussen de 1 à 3 euro) ook nog eens 12,5 % service charge te betalen. Het was even slikken toen dan ook nog de bediening in een volledige ‘dolce far niente staat’ verkeerde en er een irritante straatmuzikant slechte ‘romantische muziek’ speelde. Niet bepaald onze stijl. Achja het zal iedereen wel eens overkomen… Al bij al was het eten zeker niet slecht en proefden mijn gegrilde gamba’s en de fritura mista best ok.
De volgende dag willen we een bootje nemen naar ‘cimetero’ een kerkhof à la ‘Père Lachaise’ op een eilandje apart dat ons werd aangeraden. Onverwacht varen we onmiddellijk door naar het nabijgelegen eiland Murano, bekend om zijn handgeblazen glaswerk. Dat glaswerk zei me maar weinig maar de kleine gezellige straatjes en de restaurants aan de baai, vond ik wel schattig. Op het cimetero is het ongelooflijk stil, de drukte van Venetië lijkt opeens zo ver weg. Naast de mooie architectuur vond ik het kerkhof verder niet zo bijzonder. We nemen de vaporetto en zakken verder af naar Cannareggio en de Joodse wijk the Ghetto. Ontzettend rustig en mooi om te wandelen en te zitten langs het water. Op onze terugweg lunchen we met de voetjes aan het water en proeven we van een soort opgerolde pizza’s die je hier overal vindt. Het ziet er een beetje uit als en gevulde wrap.
Na onze wandeltocht tot aan Castello ontdekken we cicchetti, de Venetiaanse tapas zeg maar. In bijna elk restaurant staat er binnen een assortiment aan kleine tapas die je voor 1 à 2 euro kan kopen. Je kiest ze zelf uit en neemt ze mee op een plankje naar buiten. Zo doen de Venetianen dat dus! Voor een eerlijke prijs proef je van allerlei kleine hapjes en betaal je zelden coperto of service charge. Een fris glaasje prosecco of aperol spritz erbij en de avond kan niet meer stuk.